Gekend - meer info

Gekend

Psalm 139    


   “Gij doorgrondt en kent mij.

    Gij weet mijn zitten en mijn opstaan.

    Gij omringt mijn gaan en mijn liggen.”

Deze psalm staat bol van de aanwezigheid van God in ons leven. Het geloof in Gods alomtegenwoordige liefde viert hoogtij.

De drie figuren binnen de bloemknop, symboliseren ons hele leven. Het  ’liggen, zitten, staan’ staat voor de gang door dit leven in alle fases.

De figuren zijn door een cirkel van licht omvat, omstraald. God als bron van licht, voor ons, achter ons, om ons heen.


   “Hoe dierbaar zijn m’Uw wonderdaan

     zij zijn onmoog’lijk  na te gaan.

     Hoe zou ik met mijn zwak verstand naar Uwe wondre kennis streven?

     Z’is mij te groot, te hoog verheven.”

Gods grootheid schilderen, hoe doe je dat?

De Here laat zich zien in Zijn schepping. Ik heb daarom gekozen voor een bloem, als symbool voor het leven met God. Als onderdeel van en als kroon op die schepping, mogen wij in Zijn licht opbloeien. Beschermd als in de moederschoot, verzekerd van Zijn liefde. De bloemknop verwijst ook naar het begin van ons leven. 

     “Uw ogen hebben mijn ongevormde klomp gezien.”


Dan nu de aarde, waarop het leven zich afspeelt.

    “Al voer ik op naar ‘s hemelstrans

     daar zijt Gij, daar vertoont G’Uw glans.

     Al daald’ ik zelfs ter helle neder

     Daar vond ik ook Uw aanschijn weder.

‘’s Hemelstrans.’ Ik heb geprobeerd dit te schilderen links boven op het doek.

Maar toen moest ook het ’ter helle nederdalen’ verbeeld worden.

Wat geweldig dat die prachtige regel er achteraan komt.

     “Daar vond ik ook Uw aanschijn weder.”

Zelfs al lijkt ons leven hier op aarde soms een hel, Hij is ook dan bij ons. Het warme licht straalt vanuit de kern van de bloem, het ravijn in.


     “Ook verduistert de duisterheid voor U niet;

      maar de duisternis licht als de dag;

      de duisternis is als het licht.

Soms is het leven voor ons een stikdonkere nacht. Niet voor God. Zijn licht is sterker dan de nacht. Onze menselijke waarneming en Gods werkelijkheid, een verschil van dag en nacht. Daarom op één doek, dag en nacht. Een nacht die moet wijken voor Gods overwinnende licht.


      “Al nam ik van de dageraad

        de vleugelen des lichts te baat,

        Al waar  aan ’t uiterste der zee

        de plaats van mijne legerstee

        daar zou ook Uwe hand mij leiden.

        Uw rechterhand niet van mij scheiden.”

In alle uithoeken van het doek, van het leven, is God er. Al nam ik de vleugelen des lichts, de stralen te baat, al stond ik aan het uiterste der zee, Hij is daar.

      “En leidt mij op de eeuwige weg.”

Het kleine mensfiguur op het strand, op weg naar zijn eeuwige toekomst. 

 



Kleuren


De bloemknop.

De knop is haast doorschijnend. Wit, vlekkeloos, zuiver.

Het geel, oranje, rood van de bloem straalt Gods warme liefde uit.


De afgrond.

De rode gloed van Zijn liefde is zelfs daar te zien, te voelen.


De aarde.

De gebruikte kleuren staan symbool voor iets op die aarde. Groen, planten, bomen. Bruin, aarde, hout. Geel, zand. En ook hier weer de rode gloed van Zijn aanwezigheid.


De zee.

Rechts op het doek een zee van rampen. Links een zee van liefde.


De lucht.

Rechts de nacht. Links de nieuwe morgen!


   

Het was een feest, dit doek te schilderen.



Terug naar gallerij